Een van de spanningsvelden binnen het strafrecht is de verhouding van de rechten van verdachten en slachtoffers. Het uitgangspunt binnen het strafrecht is dat een verdachte onschuldig is tot het tegendeel is bewezen (art. 6 lid 2 EVRM). De privacy van verdachten wordt om die reden dan ook vaak beschermd door bijvoorbeeld het bekende zwarte balkje voor de ogen.

Bijzonder is dat slachtoffers (in de praktijk) vaak een mindere mate van bescherming krijgen. De wetgever heeft echter ook met de bescherming van de privacy van slachtoffers rekening gehouden, maar in de praktijk wordt hier niet optimaal gebruik van gemaakt. De ervaring leert dat slachtoffers hun rechten onvoldoende kennen, maar ook dat de politie hier niet altijd evenveel aandacht aan besteedt. Zo worden in aangiften vaak de namen en adresgegevens van slachtoffers vermeld.

In onder andere het “Besluit slachtoffers van strafbare feiten” is bepaald dat een slachtoffer zogenaamd “domicile” mag kiezen. Dit betekent dat het slachtoffer een ander adres mag kiezen. Het woonadres van het slachtoffer wordt dan niet in de aangifte vermeld. Alle brieven en dergelijke worden dan naar het andere adres verstuurd. Er kan bijvoorbeeld voor worden gekozen het kantooradres van de eigen advocaat op te geven. Slachtoffers doen er dan ook verstandig aan eerst contact op te nemen met een advocaat.

Naast de privacyrechten heeft het slachtoffer ook nog andere rechten. Deze zijn opgenomen in het Wetboek van Strafvordering. Zo heeft het slachtoffer, ook als er geen aangifte is gedaan, het recht om voldoende informatie te ontvangen over de strafzaak, bestaat er het spreekrecht en mag het slachtoffer de officier van justitie vragen bepaalde stukken aan het strafdossier toe te voegen. Daarnaast mag het slachtoffer zich (kosteloos) laten bijstaan door een advocaat.

Bent u slachtoffer van een strafbaar feit of wilt u meer weten over de rechten van slachtoffers? Neem dan vrijblijvend contact op met TILO advocaten via info@tiloadvocaten.nl of 046-850 10 31.